31 januari 2023
Formeel / Conclusie A-G, op grond van art. 40 Wet WOZ toezending op verzoek van alle beschikbare en voor de waardevaststelling gebruikte gegevens
Gemachtigde van X heeft, bij niet volledige tegemoetkoming aan het WOZ-bezwaar, verzocht om verstrekking van de opbouw van de kavelwaarde, de grondstaffel, en de taxatiekaart met KOUDV- en liggingsfactoren. De heffingsambtenaar heeft alleen het taxatieverslag verstuurd en het bezwaar ongegrond verklaard. Het hof oordeelde dat met het (digitaal) verstrekken van het taxatieverslag is voldaan aan de verplichtingen ingevolge art. 40 lid 2 Wet WOZ. Het komt de A-G voor dat dit artikel tot doel heeft dat degene die een beschikking heeft ontvangen, alle gereed liggende en gebruikte gegevens kan verkrijgen om daarmee de vastgestelde WOZ-waarde van de woning te controleren. (...)Lees meer29 september 2022
Formeel / Conclusie A-G; geen toezendplicht voor zaakstukken in bezwaar
X stelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen heeft verzuimd alle op de zaak betrekking hebbende stukken toe te zenden. Het hof heeft geoordeeld dat het bestuursorgaan niet in algemene zin verplicht is in de bezwaarfase de stukken van het geding aan de belanghebbende toe te sturen. In de bezwaarfase geldt slechts een (passief) inzagerecht in het kader van het hoorgesprek. De A-G overweegt dat de opvattingen van de andere hoogste bestuursrechters niet eenduidig zijn. Uit de parlementaire toelichting is niet af te leiden dat een belanghebbende in de bezwaarfase recht heeft op toezending van afschriften van de stukken. Een algeheel gestelde toezendplicht zou er volgens de A-G toe kunnen leiden dat een bestuursorgaan ook omvangrijke dossiers moet gaan kopiëren en toezenden. Ook wordt zo het bestuursorgaan verantwoordelijk voor de goede gang van zaken bij algehele verzending. Daarentegen lijkt het wettelijke systeem te veronderstellen dat belanghebbenden eerst inzage nemen en daarna bepalen waarvan men afschriften wenst te verkrijgen. Verder wijst de A-G op de zeeffunctie van de bezwaarfase. (...)Lees meer11 juli 2022
Formeel / Conclusie A-G, dwangsomregeling ook van toepassing bij verzoek tot ambtshalve vermindering
X heeft geen bezwaar gemaakt tegen de aanslag gemeentelijke heffingen, wel heeft zij naderhand verzocht om ambtshalve vermindering. Vervolgens heeft X de heffingsambtenaar in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen. De heffingsambtenaar vermindert de aanslag en bericht X bij nadere beslissing dat er geen dwangsommen zijn verbeurd, omdat sprake was van een ambtshalve beslissing waarvoor de dwangsomregeling niet van toepassing is. (...)Lees meer28 oktober 2021
Parkeerbelastingen / Conclusie A-G, heffing bij op verboden wijze parkeren
X stelt dat de auto geparkeerd stond daar waar parkeren verboden is, zodat er alleen een parkeerboete kan worden opgelegd op grond van de Wet Mulder. Het hof oordeelt dat, nu de auto voor het overgrote deel geparkeerd stond binnen de parkeerstrook, er sprake is van parkeren in de zin van de verordening (nieuwsservice 2021, week 6). De A-G overweegt dat, hoewel X zijn auto op een verboden wijze heeft neergezet, die op een plek stond waar parkeren is toegestaan. Nu X zijn auto geparkeerd heeft op een door de gemeente als zodanig aangeduide parkeerplaats is hier volgens de A-G de grondslag aanwezig voor de heffing van parkeerbelasting.(...)Lees meer26 oktober 2021
Vermakelijkhedenretributie / Conclusie A-G, Beverwijkse Bazaar is geen vermakelijkheid
X exploiteert als verhuurder en beheerder de Beverwijkse Bazaar, een warenmarkt in Beverwijk, bestaande uit een samenstel van hallen, waaronder een marktkantoor, en omliggende infrastructuur, zoals wegen en parkeerplaatsen. Volgens het hof kwalificeert De Bazaar niet als vermakelijkheid. Dit is niet anders indien ook de door haar huurders georganiseerde activiteiten (zoals ponyrijden, trampolinespringen en kermisattracties) aan De Bazaar worden toegerekend. (...)Lees meer22 september 2021
Parkeerbelastingen / X is niet de feitelijk bestuurder van de taxi’s
De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam heeft 14 naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan een B.V. als kentekenhouder van taxi’s. De bezwaren van X, een natuurlijk persoon, niet de B.V., zijn ongegrond verklaard. X is door het hof niet aangemerkt als de feitelijke bestuurder van de geparkeerde taxi’s. Het hof heeft de beroepen daarom niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft, door de processuele houding van X, geen aanleiding gezien om een kostenvergoeding toe te kennen. X stelt in cassatie dat hij wel de feitelijke bestuurder was. (...)Lees meer12